Bovenbouw

Gedichtenpad bovenbouw

Gedicht 1: Start aan de klas

Spreekbeurt

Ik zou vertellen

Over mij goudvis

In de buurt van

Vijf minuten-

Wel wat krap

Voor mijn goudvis.

Maar toen ik

Daar eindelijk stond

met al die ogen

Op mij gericht,

Ging mij mond

Wel even open,

Maar viel toen

Langzaam

Dicht.

Theo Olthuis

(uit: Een steen zweeft over water, Ploegsma, 2002)

Opdracht (drama- poses vol zelfvertrouwen aannemen)

Toon eerst filmpje van Meena uit de film Sing (https://www.youtube.com/watch?v=enuprdVo7GA)

Herken je het gevoel van plankenkoorts? Waarom hebben sommige mensen wel plankenkoorts en andere niet. Kan je er vanaf komen?

Lees gedicht voor. Wat kan je doen om van deze angst af te geraken?   à Als je doet alsof je zelfverzekerd bent, gaan je hersenen dat na een tijd ook geloven.

Bekijk samen een filmpje (‘Best Goal Celebrations In Football’). Leerlingen nemen nadien stoere, vol zelfvertrouwen, poses aan.

Gedicht 2: Voetbalveldjes op school

De voetbalheld

Mijn naam is Kees. Ik was de held

Van ’t plaatselijke voetbalveld.

Kijk naar die stijl! Wat en prachtige pass!

Kijk hoe ik voortsnelde over het gras.

Op ’t voetbalveld gaf ik de leiding.

Tjee, wat een meesterlijke sliding!

De tegenstander liet zich verrassen

Door mijn spel van wereldklasse.

Juichend prees men de vedette

Als ik weer een doelpunt zetten.

’t Stond voor iedereen wel vast dat

ik de held was van de grasmat.

Ik was een echte kunstenaar,

Ook al was ik pas negen jaar

Colin McNaughton (vertaald door Kien Seebregts)

(uit: Kijk maar uit, want het stikt hier van de griezels, Zirkoon, 1989)

Opdracht (woord)

Lees het gedicht voor.

Maak in groepjes van 4 een leuze om de klasploeg aan de moedigen. Deze leuze moet rijmen.

Vb: Hop hop hop, we halen de top!- Pasje hier, pasje daar; wij zijn klaar!- Één, twee, drie, vier, het 4de is hier!- ...

Gedicht 3: Richting het Prinsenbos

Vogels

Er was iets op weg

En nu weet ik wat.

Ze zijn terug uit Spanje

En nog verder,

Ze zwermen als een bijenkorf

Of het volk op zaterdag

En poepen alles onder,

Maar niemand vindt het erg.

Er was iets op weg

En nu weet ik wat.

Frank van Oosterhout

(ongepubliceerd)

Opdracht (beeld)

Lees het gedicht voor. Waarover gaat het?

Wat zweeft er boven je in de lucht? Kan jij iets verzinnen? Gebruik je fantasie! Wat zou er op weg zijn uit Spanje?

Gebruik heel je blad. Je mag tekenen met houtskool.

Gedicht 4: Vijver van het Prinsenbos

Zwanen

Zwanen zien er altijd zo nieuw uit

Zo zondags, zo pas in bad geweest.

Maar spelen of spetteren in het water,

Dat doen zij niet. Zwanen zijn niet vrolijk.

Zij willen ook altijd weg. Daarom wiegen zij

Met hun lange hals als met een witte zakdoek

En zo droevig dat zij kijken.

Zwanen kunnen geen tranen laten.

Maar zwemmen, dat kunnen zij, statig drijven

Altijd recht vooruit als witte bootjes

Met onzichtbare roeispanen.

En opeen verandert alles van kleur

Als zij hun vleugels openslaan

En zich languit rekken in de spiegel

Van de vijver. Dan kraait het water

Van plezier en klapt in zijn handen.

Armand Van Assche

(uit: Soms kietelt het, Bakermat, 2002)

Opdracht (bewegingsexpressie)

Wat zwemt er hier rond op de vijver?

Lees het gedicht voor?  Waarover gaat het? Heb je zwanen al eens zien waggelen op het droge en dan sierlijk in het water in het water zwemmen?

Inleven in de beweging van de zwanen/eenden. Bekijk samen de beweging van de zwanen/eenden in de vijver.

à Heel ongemakkelijk op het droge (hoewel het zeer fiere vogels zijn en altijd serieus). Maar eens in het water komt de ware natuur van de zwaan naar boven.

Gedicht 5:  Kunstwerk in het Prinsenbos

Lijmen

Ik had drie beestjes,

Drie beestjes van steen.

Een vogeltje.

Een veulentje.

Een varkentje.

Ze zijn gevallen.

Ze braken stuk.

Ik heb ze gelijmd.

’t Is bijna gelukt.

Ik heb drie beestjes,

Drie beestjes van steen.

Een volentje.

Een veukentje.

Een vergeltje.

Joke van Leeuwen

(uit: Ozo heppie en andere visjes, Querido, 2000)

Opdracht (beeld- minimalistisch dier maken)

Lees het gedicht voor. Waarover gaat het? Vraag welk dier de leerlingen in het beeld zien.

Bekijk daarna samen enkele prenten van minimalistisch getekende dieren.  

Nadien zelf een dier in gedachten houden en daar een minimalistische schets (niet-uitgewerkte tekening, snel iets duidelijk maken) van maken.

Gedicht 6: Restaurant kerkplein Grimbergen

Al gegeten en gedronken

De kwaliteit van kwaliteitsrestaurants holt achteruit.

Van het eten, de sfeer en service deugd geen fluit!

Het gejengel van al die kinderen snijdt door m’n ziel.

Maar het ergste is dat plastic bestek bij m’n Happy Meal!

Louis Blumers

(Ongepubliceerd)

Opdracht (woord- poëtische menu verzinnen)

We staan hier voor een restaurant. Wie gaat er graag op restaurant?

Lees het gedicht voor.

Met woorden kan je eten uit een restaurant nog lekkerder maken. Bv ‘vis op een bedje van prei’, ‘Een zalfje van aardappel met een stukje vlees, ‘ijs met een kleurenpalet aan fruit’

Verzin je eigen menu met lekkere gerechten en leuke woorden!

Gedicht 7: Kerkplein- beiaard

Muziek

Wanneer ik heel goed luister

Voel ik droevige pianomuziek,

Als ik de witte bok aan een touw in de berm

Zijn rondjes zie grazen.

Maar als ik de hoefjes van de varkens

Deftig in de modder zie trappelen,

Speelt er een vrolijk kwartet.

Met mijn ogen dicht

In de vacht van een koe,

Voel ik een slaapliedje zachtjes

Over mijn voorhoofd strijken.

En kijk,

Als het paard draaft in de wei

Naar de stal in de winter en de boerin

Lacht erbij,

Dan schettert een trompet zo uitbundig

In mijn hoofd,

Dat mijn voeten dansen moeten en

Ik hardop meelach, net zo blij als zij.

Elma van Haren

(uit: De wiedeweerga, De Harmonie, 1989)

Opdracht (muziek- symbolenpartituur maken)

Laat eerst een stukje beiaardmuziek horen (genoeg muziek op you tube).

Lees nadien het gedicht voor. Waarover gaat het? Krijg jij soms ook een bepaald gevoel als je muziek hoort? Vertel!

Zet de leerlingen in groepjes van 4. De leerlingen maken elk hun eigen symbolenpartituur met hun lichaam als instrument. Toon een voorbeeld van een symbolenpartituur en verken eerst enkele geluiden die je kan maken met je lichaam.

Gedicht 8: Kerkplein- Feniks

Mmmm...een boek

In een kleurboek

Dansen wasco’s

In een fotoboek

Leven foto’s.

In een sprookjesboek

Zit een tovenaar,

Bij een liedjesboek

Hoort en gitaar.

Maar het leukste is

Oma’s kookboek

Want daarin zit

Een pannenkoek.

Riet Wille

(uit: De deur is moe, Averbode, 1997)

Opdracht (woord- spreuk verzinnen)

Vraag eerst waar de leerlingen aan denken als ze de feniks zien (misschien zullen enkele lln de link legen naar Harry Potter- toveren-toverspreuken).

Lees nadien het gedicht voor.

Vraag hen wat ze uit hun favoriete boek zouden willen toveren (en vraag ook naar dit boek). Zeg hen dat ze daarvoor een spreuk moeten bedenken.

De lln sluiten hun ogen en denken aan iets dat ze iemand anders zou toewensen. Schrijf deze wens op.

In de volgende stap moeten de lln hun wens aanpassen naar een echte toverspreuk.

à Ze laten alle medeklinkers staan in hun wens maar veranderen de klinkers.

(A E I O U AA EE IE OO UU OE UI EU AU EI IJ OI AI OU UO )

vb: Pief poef paf, ik wens je een giraf à Peif Paaf Puuf, ok wans jij aan gorijf!

Nadien lezen de leerlingen hun spreuken, één voor één, voor.

Bespreking

Vorige week, tussen de windstoten door, zijn we op pad geweest in Grimbergen. Uiteindelijk hebben we maar 4 van de 8 gedichten kunnen doen, deels door tijdsgebrek en deels omdat we het park niet in mochten wegens de wind.

De leerlingen waren wel heel enthousiast! Samen met hun logboeken (die we heel de week gebruiken in het thema van Da Vinci) en houtskool, gingen we op pad. 

Ik vond het een leuke manier om de eigen gemeente op een andere manier te leren kennen, en de leerlingen ook. 

De activiteiten, gelinkt aan de het gedicht, vielen ook in de smaak.

Voor een volgende keer zou ik zeker meer tijd voorzien voor elk gedicht. Nu was het vaak op een loopje. Snel het beluisteren en bespreken van het gedicht en het beschouwen en aanzetten tot creëren. Voor het creëren zelf heb ik toch wat meer tijd genomen zodat de leerlingen iets konden afwerken. 

Na het gedichtenpad zijn we, een beetje verkleumd, teruggegaan naar de klas. Daar hebben we het gedichtenpccad besproken en geëvacueerd adv de gevoelsgezichtjes. Het was een overwegend 'groene' les. Hier en daar een oranje gezicht omdat die leerlingen niet van gedichten hield.

Kortom, een (bijna)geslaagd gedichtenpad!